De herkenbare manier van werken is de grote kracht van Staal spelling-grammatica. Als leerkrachten spreek je allemaal dezelfde taal en hanteer je allemaal dezelfde aanpak. Omdat alle collega's op dezelfde manier lesgeven, voorkom je verwarring en leren de kinderen sneller. De gestructureerde opbouw zorgt voor een vast ritme. Elke les, elke week en elk blok zijn zorgvuldig op dezelfde doordachte manier samengesteld. Dat maakt leren veilig en vertrouwd voor de kinderen. 

In elk thema (8 per jaar) van Staal maken kinderen de beweging van input naar output. Zij doen dat volgens het 5-fasenmodel, een didactisch model dat ervoor zorgt dat kinderen alle stappen tot een taalproduct gestructureerd doorlopen. Na een introductie van het thema in de grej van Staal, verzamelen de kinderen in de volgende lessen geleidelijk taalbouwstenen en ontwikkelen ze taalvaardigheden die ze nodig hebben om in de laatstse lessen een eindproduct te maken. De kinderen bouwen eerst aan een woordenschat die hen taal geeft om over het thema te praten. Teksten over het thema maken hen nieuwsgierig en verrijken hun kennis over de wereld. Steeds zijn de kinderen bezig met verschillende domeinen van taal en doen ze nieuwe taalindrukken op. 

Een Staal-jaar bestaat uit 8 blokken/thema's van vier werken. 

Op basis van de dagelijkse analyse van de dictees weet je wie wat extra hulp kan gebruiken. Tijdens de les kunnen kinderen meer en minder visuele middelen gebruiken. Staal spelling-grammatica biedt hiervoor: 

• Hakkaarten
• Categoriekaart
• Uitgebreide en verkorte klankgroepenkaart
• Ei- en au-plaat (ondersteund met een rap!)

Bovendien zit in Staal spelling-grammatica voldoende aanbod om veel te herhalen: 

• extra opfrissen en dictee op vrijdag
• extra (gericht) herhalen in week 4
• kinderen extra laten oefenen in het werkboek en/of met de oefensoftware

De spellingvaardige kinderen zet je aan het werk met extra uitdagend werk in het werkboek Plus, vanaf groep 4. Op maandag en woesndag doen ze gewoon met de instructies en de les mee. Op de andere dagen gaan zij zelfstandig aan de slag in het reguliere werkboek en vervolgens in het werkboek Plus.

Bij taal gebeurt differentiatie op een vanzelfsprekende manier. Alle kinderen werken aan dezelfde opdrachten. Omdat de opdrachten in stappen opbouwen en kinderen veel samen overleggen, kan ieder kind een antwoord op zijn of haar eigen niveau. Jij daagt hen uit om met het materiaal steeds een stapje verder te komen. Uniek aan Staal is dat het plusmateriaal beschikbaar is voor álle kinderen. Gewoon in hetzelfde magazine en werkboek.

TEMPO De Sterke Staaltjes bieden speelse tempodifferentiatie - tijdens de les of in de weektaak. NIVEAU De lessen woordenschat en taalbeschouwing kennen bovendien niveaudifferentiatie met extra doelwoorden, een verdiepend of verbredend taaldoel en plusopdrachten in het werkboek. Een mooie uitdaging als je de basis goed en vlot hebt afgerond. 

In de derde week doe je een toets met daarin onderdelen van werkwoordspelling en grammatica. De toets bevat woorden met eerder aangeleerde categorieën. De kinderen hebben dus voldoende kunnen oefenen, voordat een categorie in de toets komt. De nieuwe categorieën uit het blok komen één keer voor.

In de week na de toets ga je extra herhalen. In deze week besteed je aandacht aan de categorieën waar kinderen nog problemen mee hebben. Dat doe je op basis van je eigen analyses (o.a. met de registratieformulieren) en datgene wat de kinderen zelf hebben aangegeven achter in hun werkboek bij 'Terugkijken'.

Taal

De kinderen weten vanaf het begin aan welke criteria hun eindproduct moet voldoen. Dus weet jij ook precies waar je op moet letten. Met de beoordelingsformulieren registreer je dan ook eenvoudig de vorderingen van alle taalproducten. Het is mogelijk om in week 4 een woordenschattoets af te nemen. Deze facultatieve toets kunnen de kinderen zowel digitaal als op papier maken.