Elke tafel kan met 2 verschillende sporten geoefend worden. Elk spel heeft dezelfde opbouw: warming-up, training en match.

Bij de warming-up oefenen leerlingen de tafels van makkelijk naar moeilijk en gebruiken de tips: omkeren, 1x meer of 1x minder, verdubbelen en halveren. Dan volgen er per sport 4 zelfstandige trainingen, waarbij de tafels eerst op volgorde en daarna 3 keer door elkaar worden geoefend. Na elke training verschijnt een nieuwe oplossingszin op de achterkanten van de kaarten. De trainingen kunnen ook met een zandloper gedaan worden om op snelheid te oefenen. Tenslotte volgt de match. Wie wordt de winnaar en scoort de meeste punten?