De eerste maanden van de brugklas zitten erop. De herfstvakantie brengt Tobias door bij zijn opa en oma. Ze wonen in een nat stukje Nederland dat bijna niemand lijkt te kennen. Het kleine dorpje tussen de bossen, weilanden en moerassen dreigt overspoeld te worden door het stijgende water.
Een lafbek? Een angsthaas? Een bange poeperd? Tobias is het allemaal. Heel anders dan Maud, het buurmeisje van zijn opa en oma. Ze neemt hem mee naar plekken achter hekken waar je niet mag komen. Waar je nooit zeker weet of je er wel alleen bent. Maud vindt het spannend en Tobias vindt het doodeng. Een raadselachtige vondst brengt de twee terug naar het donkere verleden van het dorp. Wat is er gebeurd en wie zat erachter? Tobias moet dapper zijn. Want dit verhaal is niet voor bangeriken.