Het is 1932 in Rusland. De dertienjarige Lara woont bij haar oom Ivan en tante Irina. Hoewel Lara goed kan leren, moet ze van school af om geld te verdienen. Tante Irina is werkster in het Alexander Paleis, waar vroeger de laatste tsarenfamilie woonde, de Romanovs. Als tante een keer een ongelukje krijgt, gaat Lara mee om haar te helpen. Er gaat een heel nieuwe wereld voor haar open als ze ronddwaalt door het prachtige paleis. Op haar ontdekkingstocht komt ze terecht in de slaapkamers van de vier grootvorstinnen, de dochters van de tsaar. Daar ontdekt ze de dagboeken van de oudste dochter Olga. Maar wat is toch dat gegiechel dat ze steeds hoort? Lara laat zich meeslepen door het verleden en haar leven krijgt een heel andere wending. Gelukkig is Boris er om haar uit de problemen te helpen.
Een ontroerend verhaal over twee Russische meisjes die in twee totaal verschillende tijden leven, en toch dezelfde dromen hebben. De auteur sleept je mee naar het ijskoude Rusland, voor een geschiedenis waar je helemaal warm van wordt.
Voor lezers vanaf 12 jaar.