Jan Stam is een rustige jongen van 16 jaar. Hij is heel sterk en voor niets en niemand bang. Bovendien is hij erg slim. Manon Dekker is even oud en al vele jaren het maatje van Jan. Ze doet niet veel voor hem onder. Ze is alleen wat drukker. Ze wonen beiden in Meerwoude, een middelgroot dorp in Noord-Brabant. Jan wint de hoofdprijs van een wedstrijd met een prachtig werkstuk over zijn hobby lucht- en ruimtevaart. Die hoofdprijs is een vliegend platform. Het is het meest moderne voertuig in de luchtvaart dat verticaal kan stijgen en landen. Het krijgt de naam Air-Sitter. Als Jan en Manon een tochtje met de Air-Sitter willen maken ontdekken ze een storing in één van de motoren. Ze vermoeden dat iemand aan de motor heeft geknoeid. Zou dat een jaloerse buurjongen geweest kunnen zijn? Later ontdekken ze dat de geheimzinnige Professor Gademans pogingen doet om de Air-Sitter in bezit te krijgen. Jan en Manon laten dat niet gebeuren en gaan tot actie over. Bij die acties speelt de Air-Sitter een belangrijke rol. Ze gaan enkele keren naar het Engelse kasteel van de bende van de geheimzinnige Professor om uit te zoeken wat de bende van plan is. Ze pakken alles heel slim aan. Na veel speurwerk vermoeden ze wat de plannen van de bende zijn. Er wordt door Jan en Manon samen met de Nederlandse en Engelse recherche een plan bedacht om de bende in de val te lokken.