Mary Lennox is een onaantrekkelijk meisje met een smal mager gezichtje en piekerig blond haar. Als haar ouders gestorven zijn, wordt ze naar haar oom in Engeland gestuurd. Ze komt terecht op huize Misseltwhaite, een groot oud landhuis, dat te midden van uitgestrekte sier- en moestuinen ligt. Haar oom is een eenzelvig man, die veel op reis is en haar aan de zorgen van zijn huishoudster overlaat. Omdat ze zich verveelt gaat ze op onderzoek uit. Dwalend langs de kronkelige paden, de bloemperken, fonteinen en uitgestrekte gazons ontdekt ze een ommuurde tuin. Wat voor een tuin zou dat zijn? Waar zou de deur zijn en is het waar dat de sleutel begraven is? Mary wordt steeds nieuwsgieriger en op een goede dag wijst een klein eigenwijs roodborstje haar de toegang tot de geheimzinnige tuin. Maar de wonderlijkste ontdekking doet Mary op een stormachtige nacht als ze niet kan slapen. In het oude huis dat wel honderd kamers heeft, klinkt tussen de bulderende windvlagen door een vreemd geluid. Is dat niet het huilen van een kind?