Aan het eind van het blok (2 hoofdstukken) wordt er getoetst op de onderdelen woordenschat en taal verkennen. Er is een signaleringstoets in het begin van de week, waarna leerlingen nog extra kunnen herhalen, remediëren en verrijken. Daarna volgt er nog een controletoets.
Het toetsschrift is een omkeerschrift met aan de ene zijde de signaleringstoets en aan de andere zijde de controletoets.