Taal en spelling

We gebruiken taal om te spreken, luisteren, lezen en schrijven. Zo maken we onze wensen kenbaar, vertellen en vragen we iets of uiten we onze gevoelens. Communiceren bestaat niet uit woorden alleen, ook gebaren, mimiek, lichaamshouding, intonatie en tekenen zijn uitingen hiervan. Interactief taalonderwijs waarbinnen taalbeschouwing, woordenschat, grammatica, lezen en spelling worden geïntegreerd helpen de leerlingen om later te functioneren in de maatschappij.